Veelgestelde vragen

  • EN ISO 9606-1: Ik heb een lasser kwalificatie met TIG zonder toevoegmateriaal, wat is mijn geldigheidsgebied?

    Indien je zonder toevoegmateriaal last, is je toevoegmateriaal = je basismateriaal. Je bent in dit geval gekwalificeerd voor de materiaalgroep van je basismateriaal volgens EN ISO TR 15608. 
  • Hoe weet je of je de laatste versie van een norm hebt?

    Ga naar de site van het NBN (www.nbn.be) en vul de nr. van de norm centraal op het scherm in de online cataloog in. Je krijgt dan een lijst van de norm(en) die voldoen aan je beschrijving met de datum van de laatste versie. 
  • Hoe kan ik actief deelnemen aan het normalisatieproces voor lasnormen?

    Het Belgisch Instituut voor Lastechniek (BIL) is door het NBN aangesteld als sectorale operator voor het lassen. In die hoedanigheid heeft het BIL een structuur uitgewerkt die uitgaat van zeven Belgische subcommissies. Een overzicht van die subcommissies kan bekeken worden onder de tab "sectorale operator" van deze site. Je vindt er tevens het inschrijvingsformulier om deel te nemen aan deze nieuwe normalisatiestructuur. 
  • EN ISO 15614-1: geldigheidsgebied materiaaldikte en keelhoogte hoeklassen (tabel 8): Welk geldigheidsgebied moet je toepassen indien je 2 platen van verschillende dikte aan elkaar last?

    Je dient per plaat het geldigheidsgebied toe te passen, dus niet de 2 geldigheidsgebieden combineren met elkaar. 
  • Waar kan ik EN (ISO) normen aankopen?

    Ga naar de site van het NBN (www.nbn.be) en vul de nr. van de norm centraal op het scherm in de online cataloog in. Je krijgt dan een lijst van de norm(en) die voldoen aan je beschrijving met de datum van de laatste versie. Door op de norm te klikken kan je deze online aankopen. 
  • EN ISO 15614-1: geldigheidsgebied staalgroep: Wat is het geldigheidsgebied indien 2 metalen aan elkaar gelast zijn welke niet in tabel 5 of 6 terug te vinden zijn?

    Het geldigheidsgebied beperkt zich tot de materiaalcombinatie van het gelaste proefstuk. 
  • EN ISO 15614-1: geldigheidsgebied manueel lassen > automatisatie: Indien je een PQR bezit die destijds via manueel lassen werd afgenomen, is deze dan nog geldig als je de las nu met een robot of lastractor uitvoert?

    Nee, elke graad van automatisatie vereist een nieuwe PQR. 
  • EN ISO 9606-1: Wat is mijn geldigheidsgebied indien ik een bijkomende hoeklas in 1 laag leg bijkomend bij een stompe las kwalificatie?

    Indien je stompe las in meerdere lagen gelegd is, telt je kwalificatie voor hoeklas ook voor meerdere lagen niettegenstaande je bijkomend proefstuk slechts in 1 laag gelast is. Verder neem je alle posities waarvoor je gekwalificeerd bent voor de stompe naad ook mee over naar je hoeklas.  
  • EN ISO 15614-1: geldigheidsgebied materiaaldikte stompe lassen (tabel 7): Wat is het geldigheidsgebied indien je twee platen van 10 mm dik stomp in meerdere lagen aan elkaar last?

    Afhankelijk of je kerfslagproeven uitgevoerd hebt of niet zal het geldigheidsgebied verschillend zijn. Met kerfslagproeven: 3 mm > 20 mm, zonder kerfslagproeven: 3 mm > 12 mm. 
  • EN ISO 9606-1: Ik wens een kwalificatie te doen met halfautomaat massieve draad. Het boogregime (kortsluitboog - sproeiboog) is een essentiële variabele.

    Mijn lasbron kan "een specifieke puls genereren", mag ik die puls gebruiken om kortsluitboog te kwalificeren? De "specifieke pulsvorm" is eigenlijk een gemodificeerde kortsluitboog en heeft tot doel om de lasser gemakkelijker een doorlas te laten maken. Voor het afleggen van een kwalificatie is het NIET aangewezen om deze speciale pulsvormen te gebruiken omdat hiermee de lasser niet aantoont dat hij met een andere lasbron wel goed zou kunnen lassen. Gebruik dus de "pure" kortsluitboog om de kwalificatie te doen. 
  • EN ISO 9606-1: Ik heb een lasser kwalificatie die uitgevoerd is met materiaal uit groep 8 (austenitisch RVS) en toevoegmateriaal uit groep FM5 (EN ISO 9606-1).

    Is deze kwalificatie ook geldig om koolstofstaal te lassen uit groep 1.2? Ja, indien je toevoegmateriaal uit groep FM5 gebruikt. 
  • ISO TR 15608: materiaalgroep: Hoe weet je tot welke groep een materiaal behoort?

    In ISO TR 15608 zijn de voorwaarden om tot een bepaalde groep te behoren opgegeven. Er zijn echter ook een aantal technische rapporten die voor een hele reeks van materalen reeds opgeven tot welke groep ze behoren: EN ISO TR 20172 voor Europese materialen, EN ISO TR 20173 voor Amerikaanse materialen en EN ISO TR 20174 voor Japanse materialen. Indien een materiaal vermeld wordt in één van deze rapporten, dan dient men die groep die daar vermeld is te hanteren als materiaalgroep. 
  • EN 1011-1: warmte inbreng (heat input): Hoe bepaal ik de warmte inbreng?

    In EN 1011-1 is de formule opgenomen: Q = k x U x I / V in J/mm met U de lasspanning, I de lasstroom, V de voortloopsnelheid in mm/s en k de thermische rendementsfactor (MIG/MAG > k = 0.8; OP > k = 1; TIG > k = 0.6) (volledige lijst in EN 1011-1). 
  • EN 1011-2: voorwarmen: Hoe weet je of je moet voorwarmen of niet?

    Annex C van de norm EN 1011-2 voorziet in een methode aan de hand van diagramma's waarmee je kan bepalen welke de minimale temperatuur is die je materiaal dient te hebben om het risico op koudscheuren voldoende te beperken. 
  • EN ISO 2553: lassymbolisatie: Welke symbolen dien ik te gebruiken op m'n tekening om een las aan te duiden?

    De norm EN ISO 2553 beschrijft de symbolen die je kan gebruiken om een las aan te geven op een tekening.